Met mijn wang tegen de koele ruit zonk ik weg in een ogenschijnlijk nietsdoen. Mijmerend rijden in een bus vol lokale reizigers, is zowat het mooiste wat ik ken,

door een land ver van huis, waar de landschappen van een totaal andere orde zijn en als een trage film aan het raampje voorbijtrekken. In beweging zijn, zonder zelf te bewegen.

Met mijn wang tegen de koele ruit zonk ik weg in een ogenschijnlijk nietsdoen. Mijmerend rijden in een bus vol lokale reizigers, is zowat het mooiste wat ik ken, door een land ver van huis, waar de landschappen van een totaal andere orde zijn en als een trage film aan het raampje voorbijtrekken. In beweging zijn, zonder zelf te bewegen.